WADGASTEN – WOLKENPOSTEN
Imrama, Terschelling, mei 2016
Auteur en eerste waarnemer: Bart Bomas
Assistenten, tweede, derde en vierde waarnemer:
Monnique Haak
Zoë Bomas
Marijn Bomas
Het weer en de Hollandse wolkenlucht. Weinig onderwerpen worden zoveel besproken maar kunnen toch op zo weinig ware belangstelling rekenen. Het dagelijkse studium generale van de weervrouw ten spijt, verdieping van de kennis van weer, klimaat, wolken, lucht en licht is niet besteed aan het gros der Nederlandse huishoudens. Daarin wil het project Wolkenposten een kleine verandering teweeg brengen. Het is tijd voor een Wolkenreservaat. Wolkenposten is daarvoor de eerste stap. Het is een project om de wolkenlucht te verkennen.
Wolkenposten is een project binnen Wadgasten-VogelsKijken gericht op de gewaarwording van het luchtruim in de omhoog gerichte blik. De blik die is ‘geladen’ met vooronderstellingen, kennis en kunde. Maar ook met onwetendheid, onbevangenheid of zelfs on-kennis, on-kunde.
Wolkenposten is een multi-interpretabele titel. Het is in de eerste plaats een werkwoord: posten, wachtlopen gespitst op taal of teken vanuit de lucht, staat centraal. Dan slaat posten ook op een meervoud: ‘posten’ als in: wachtplaatsen. Om precies te zijn de wachtplaatsen met oog op de lucht. Tenslotte is het woord posten ook gelieerd aan berichtgeving. Berichtgeving betreffende de lucht.
Het doel van het project Wolkenposten is een verbreding, verdieping en verrijking van de kennis van de ons omringende en overkoepelende lucht. Door een verfijnder vocabulaire en een beter getrainde blik zal de appreciatie van de lucht toenemen. Waarom is dat belangrijk? Het is een persoonlijk genoegen om wolken te kunnen herkennen als familieleden, de wind te begrijpen of de Groene Flits te zien. Een genoegen dat geen Nederlander kan worden ontzegd.
Wolkenposten – handleiding voor het experiment
Het project is gestoeld op een hypothese, een vermoeden. Wolken nemen verschillende vormen aan. Ze gaan als wolkensoort in elkaar over (modulaties). Soms krijgt de vorm van een wolk een treffende overeenkomst met een persoon, vaak met een diersoort.
Het vermoeden is dat de wolken boven de Waddenzee vaker de vorm aannemen van zeedieren dan van landdieren. En andersom: de wolken boven het binnenland – het hinterland – hebben een voorkeur voor landdieren.
Om dit vermoeden te staven zijn veldexperimenten nodig. De meetgegevens van Wolkenposten moeten uitsluitsel bieden over de vraag of wolken meer op zeedieren lijken boven de Waddeneilanden. Het vraagt van de waarnemer een methodische, herhaalbare aanpak. Het vraagt ook enige kennis van wolken, maar bovenal een goed voorstellingsvermogen. Het veldwerk kan uitstekend met de hulp van kinderen worden uitgevoerd. Laat uzelf niet uit het veld slaan als men u uitlacht tijdens de onderstaande capriolen om de onderzoeksvraag te beantwoorden. Domme vragen bestaan niet.
Onderstaand volgt een geïllustreerde handleiding voor dit veldexperiment over de wolkenlucht op het strand van Terschelling. De foto’s geven een duidelijk beeld van de achtereenvolgende stappen.
WAARSCHUWING
Een waarschuwing vooraf is op zijn plaats: veldwerk in de open lucht, onder de blote zon is risicovol. Een hoofddeksel en een zonnebril kunnen hun dienst bewijzen. Hoed u voor onweer. Tegen het grootste risico van dit experiment is weinig te doen; een levenslange obsessie voor de wolken.
1. Bepaal een goede wolkenwachtplaats.
Benodigdheden: een kompas, een bol draad of afzetlint, vier stokjes of potloden, een notitieblok en schrijfgerei, een horloge, eventueel een fotocamera.
Op Terschelling is als onderzoekslocatie gekozen voor strandpaal ‘11.000, 50 Z’. de paal het dichtst bij zee, aan de rechterhand bij strandopgang Midsland aan Zee. Deze paal is een vast punt op een verder traag bewegend Waddeneiland. De plek ligt toepasselijk pal naast een ander onderzoeksgebied, het SLEM project over primaire duinvorming.
Zet vanaf de betreffende paal met behulp van een kompas en een draad een lijn uit van exact 20 meter in de richting van het geografische noorden. Op 20 meter afstand van de paal is hiermee het midden van de wolkenwachtplaats bepaald. Op de foto’s van de waarnemer en zijn assistenten is duidelijk te zien hoe dit in zijn werk gaat.
Markeer (teken) in het zand rondom dit middelpunt nauwkeurig een vierkante meter. Markeer de hoekpunten, bijvoorbeeld met wrakhout of potloden. Teken loodrecht op de zijden van dit vierkant dwars-strepen die wijzen naar de windstreken. De wolkenwachtplaats is klaar. Op de foto het voorbeeld.
Mochten er meerdere waarnemers tegelijk meedoen markeer dan meer wolkenwachtplaatsen rondom, te beginnen aan de noordzijde en dan met de klok mee aan de andere zijden. Vergroot de kruisvorm naar believen.
Met uiterste precisie dient het vierkant te worden uitgemeten, hier is dat duidelijk zichtbaar.
2. de waarnemingsmethode
De waarneming dient stipt om 13.00 uur te starten en duurt precies 30 minuten.
Ga in het midden staan van de wolkenwachtplaats. Tijdens het experiment wordt de lucht in 360o rondom van zenith tot einder afgespeurd volgens een vast ritme. Begin met het gezicht naar het noorden. Kijk omhoog naar het zenith. Wijs met de arm in de kijkrichting. Laat de blik en arm langzaam zakken naar de horizon. Draai vervolgens een kwartslag met de klok mee. Herhaal voor elke windrichting deze kijkwijze. In de foto geven de waarnemer en zijn assistent het goede voorbeeld.
Wijs met gestrekte arm in de kijkrichting. Laat u niet van de wijs brengen door nieuwsgierige omstanders of sceptici. In de linkerfoto is duidelijk dat er een wolk is gespot. Let op de onderzoekende blik die ruim een minuut dient te worden volgehouden.
3. diervormen
Wanneer er een wolk wordt waargenomen, kijk dan circa 1 minuut aandachtig naar vorm en de schakeringen van kleur en schaduw. Lijkt de wolk op een dier, noteer dan welk dier. Het mag ook een fantasiedier zijn. Hervat vervolgens de procedure onder 2.
4. Analyse
Na de waarnemingsperiode worden de waargenomen dieren gerangschikt in twee categorieën: landdieren en zeedieren. Tel het aantal dieren in beide lijsten. Is de lijst landdieren langer dan de zeedieren, dan wordt de hypothese negatief beoordeeld met waarde -1. Is het andersom dan is de conclusie positief met waarde +1. Zijn beide lijsten even lang dan wordt een 0 toegekend.
Om een representatieve conclusie te kunnen trekken wordt het experiment tenminste 3 keer herhaald in het waddengebied op de aangegeven wolkenwachtplaats en 3 maal op een nader te bepalen wolkenwachtplaats in het achterland.
Tel voor beide reeksen van 3 waarnemingsperioden de toegekende waarden op tot een totaalscore voor a) Waddenzee (Wolkenwachtplaats Midsland aan Zee) en voor b) Achterland (Wolkenwachtplaats NNB).
Er zijn diverse uitkomsten mogelijk, maar bij de meeste zal de hypothese worden verworpen. Is de uitkomst a)=1, b)=-1. Dan wordt de hypothese geverifieerd. Het vermoeden is in dat geval waar.
Heel veel plezier gewenst met dit veldwerk. Ter stimulans: de eerste veldmeting is op 4 mei 2016 uitgevoerd met een hoopvol resultaat.
Resultaat meting 1 Waddenzee: Score: +1
Rups | Zeeschildpad |
Muis | Zeeslang |
Schaap | Vliegende vis |
Vis | |
Zeemonster |
U ziet, vooralsnog lijkt het eerste deel van het vermoeden waar. De wolken boven het Waddengebied zullen vaker de vorm van een zeedier aannemen dan van een landdier. Waarvan akte.