Tristan da Cunha

Frans Baake

GOOD COMPANY

Inmiddels is alles al ontdekt, of toch niet? Nieuwsgierigheid blijft door de jaren, reizen worden nog steeds ondernomen. Met verschillende intenties.
Ik bevind me op de Plancius in een internationaal gezelschap van veelreizigers. Iedereen is overal al eens geweest. Een varende encyclopedie van geografische oorden. Roep een plek en er is altijd wel iemand die er over kan vertellen. Tijdens het eerste diner blijk ik aan tafel de enige van de vier die niet in Noord- Korea is geweest. “Remember that time in Pyongyang when were you did you stay have you seen Kim Il Sung’s statue?”
De reis die we maken is getiteld Atlantic Odyssey en het is – zoals de expeditieleider het verwoordt – ‘a massive trip’. Aan het eind van iedere dag zien we op een scherm onze vorderingen. Snel gaan ze niet, wel gestadig. Als je iedere dag een centimeter opkruipt, heb je na een maand een liniaal aan lengte. Ruim 10.000 kilometer hebben we in totaal met elkaar te gaan.
Ieder heeft zo zijn of haar eigen motief om de reis af te leggen. Grofweg gezien zijn er 3 types: de vogelaars, de eilandzoekers en de gehadhebbers. Waarbij iedereen wel iets heeft met uitbundig wildleven en ongerepte landschappen.
Een vaste groep van vogelliefhebbers – ‘birders’ – bestaat uit zeven man en komt uit Engeland. Ze zijn alle dagen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat op het voordek te vinden. Apparatuur, telelenzen, verrekijkers. Aan het eind van de dag worden de resultaten in lijsten genoteerd. Ik maak aan het begin de vergissing om bij hen aan tafel te gaan zitten. Nou ja, aardige mensen natuurlijk, maar het tafelgebeuren blijft een noodzakelijk intermezzo. Naast het bestek en de glazen liggen de camera’s en staan de verrekijkers. Ze zijn er als eersten vandoor. Werk aan de winkel.
Ik reken mezelf onder de eilandzoekers. Droom al mijn hele leven van een bezoek aan Tristan da Cunha, het meest afgelegen eiland met een permanente bevolking. Kansen moet je pakken en dit is er één die te grijpen is. Er zijn er meer die er zo over denken. Het Tristant wat af aan boord. Sommigen zijn voor de 2e keer aan boord, aangezien de 1e keer een landing niet mogelijk was.
En dan is er nog de Amerikaanse ingenieur die vanuit zijn lidmaatschap van de ‘Travelers’ Century Club’ zoveel mogelijk gebiedsdelen bezocht wil hebben. En als bewijs daarvan een stempel in zijn paspoort nodig heeft. Er zijn er 226 te behalen en hij heeft er nu 150. Deze reis kunnen er 5 bijgestempeld worden. Is net teruggekomen uit Afrika waar hij 38 landen aaneengesloten heeft bezocht: kassa! Niet iedereen vindt het een hoogstaand doel en hij moet zijn best doen om te overtuigen dat het een serieuze zaak is.
Dan is er nog een oudere Amerikaanse dame (‘I have a mailbox in LA’) die zich elke middag laat trakteren op een bord vol broccoli met gekookte kipfilet. Na enkele weken is al aan haar gezicht af te lezen dat ze het niet lekker meer vindt. Toch is dit voor haar hét moment om zo’n dieet aan te gaan.
Ze staat het grootste gedeelte van de dag naar buiten te kijken op haar vaste stek in de Observation Lounge. Komt laaiend enthousiast terug van het bezoek aan St. Helena: ze heeft dan toch maar alle 699 treden van Jacob’s Ladder beklommen. ‘My steps to heaven’ zoals ze het zelf zegt.

Aan enkele belangstellenden laat ik iets uit eigen werk zien en praat er met hen over. Dat maakt het gemakkelijker als ik aan boord sta te fotograferen met mijn 9-lensjes Lomo-cameraatje. Of mijn dagelijkse Instax-foto maak op het achterdek: een direct-klaar fotootje op Creditcard-formaat.

 

L’Observateur
Na een aantal weken aan boord heb ik met iedereen zo’n beetje gesproken. Toch duurt het nog een tijd voordat ik met een Fransman aan de praat kom. Ik loop met mijn direct-klaar toestelletje ergens op een gang een foto van een albatros te maken als hij me aanspreekt: ‘Ah, pictures!’.
Eerder had ik hem op Tristan al gezien, meeliftend achterop een brommer op het weggetje naar de Potato Patches. De gekrulde peper-en-zoutsnor fier in de wind. Ergens tijdens de reis is er iets aan hem veranderd: hij heeft zijn haar afgeschoren. Het perfecte moment om zoiets te doen natuurlijk.
Wanneer ik hem later aan dek bij de birders tegenkom valt het me op: hij heeft helemaal geen apparatuur bij zich. ‘Ach, wat zou ik met al die foto’s moeten beginnen. It’s all in my head!’
Dat zet me aan het denken. Hij schaart mij met mijn plastic- en wegwerpapparatuur bij de fotografen, ongeacht. Bij wie voel ik me het meest op mijn plek? Bij het niet-fotograferende deel, zeg ik in eerste instantie. Zeker niet bij diegenen met de beste apparatuur. En toch lever ik plaatjes aan, al is het dan op Creditcard-formaat. En daar zit natuurlijk het verschil: wel beeld, geen beeld. Bij het afscheid op vliegveld Praia, Cabo Verde slaat hij links af: ‘another last picture?’ en ik kan het niet nalaten om hem achterna te roepen: ‘I leave that one for you’. Want daar ben ik inmiddels wel uit: ook zonder camera’s worden beelden gevormd.

Je stapt met zijn vijfenveertigen aan boord en na een tijdje stap je er met zijn vijfenveertigen weer vanaf. Op fietssnelheid hebben we de oceaan bedwongen en als je maar lang genoeg doorfietst kom je een heel eind. Op de laatste avond aan boord verzamelen we in de Observation Lounge: champagne! Ook al ben ik gewoon een stuk meegevaren, ik voel de saamhorigheid. We hebben de tocht volbracht en ik heb het idee dat ik een hele prestatie heb geleverd. De held in de Imrama-vertellingen overleefde de reis veelal niet. Wij wel en dat lag ook in de lijn der verwachtingen. En toch: we kwamen er anders uit dan dat we er in gingen.
Voor mij zeker een relativerende ervaring: er is geen mindere of betere reden om een reis te maken of te volbrengen desnoods. Het feit dat het er was is al heel wat.

eind mei 2017

(trailing email)
Fijn dat je er was in het atelier Jeroen. Mooi gesprek. Ook zo duurt de reis voort, met nieuwe reisgenoten die thuisbleven. Jij houdt ervan om ergens langer te blijven, dan ontdek je iedere dag meer, … dat dan weer meer tijd vraagt om daar dieper op in te gaan. Die ene dag Tristan is waar ik het mee doe. Langer verblijven op Tristan da Cunha was geen vraag, en dat is iets waar ik genoegen mee nam, en waar ik –gezien het exclusieve karakter- dat sowieso wel moet nemen. Toch, het verschijnsel tijd en ruimte blijft me verbazen. Ik heb de Tristandag bewust meegemaakt en daarmee eruit gehaald wat mogelijk was. Ik had me al een beeld gevormd in de loop der jaren en wilde gewoon de bevestiging. Mijn beeld werd werkelijkheid op die dag. Dat was alles. Denk ik . .. En dát was dan ook weer heel veel.
Dank voor je foto. De eilanden op de route, ieder in een eigen album, Tristan da Cunha één ervan. Alle eilanden samen op één stapel, met de etspers op de achtergrond. In alle opzichten een mooi en opmerkelijk beeld. Keek ik eerst vooruit, nu kijk ik achteruit. Tijd voor inzichten, voor nieuwe beelden.

juli 2017

 

zie ook:


Vogelwarte – OBLITERATION

Jeroen van Westen For it is hard to discover the winged vertebrates of prehistory embedded in tablets of slate. (opening of Dark Night Sallies Forth in After Nature by W.G. Sebald) Vogelwarte OBLITERATION ‘to being rendered uninhabitable for ever” black and white/white and black sketches A3 spread pdf Heligoland-Helgoland Spring 2016 IMRAMA – Fall 2017

Nightingale Island

Waar de oprechte vogelaars met mega-telelenzen op de uitkijk stonden, had ik mijn LOMO-9 lensjes cameraatje in de aanslag. Men vond het allemaal prachtig of gewoon vreemd, maar goed, ‘he’s an artist’. ’s Middags was er ook vaak een lezing in de Observation Lounge en ’s avonds was er ‘Recap’: een terugblik op de dag […]

Drenkelingenhuisje

Dit huistype is van origine een Amerikaanse vinding, locatie Newfoundland. Later aan Britse en Noorse kusten, weer later geïmporteerd op verschillende onbewoonde platen in het Waddengebied zoals Engelsmanplaat, Rottummerplaat, ook op Memmert, het Duitse Griend. ‘Op’ Terschelling vanaf 1863, op de toen nog los gelegen Boschplaat. 1962: een zware storm sloeg dit vluchthuis aan diggelen. […]

About the author: trumpetto