East Atlantic Flyway

eaf

Waarom vogels volgen?

Eerst komt het besef dat vogels trekken. Spitsbergen, 1594: de alerte Gerrit de Veer ontwaarde ganzen. Rotganzen dacht de zeeman, sprekend de ‘eenden’ van de Zuiderzee die hij kende van het eiland Wieringen. De Veer noteerde een vraag: wintergasten in het Nederlands Waddengebied, zomergasten in het hoge Noorden? Met de jaren kwam het antwoord. Ja, de vogels rond de Poolcirkel waren de vogels van hier, het traject overbrugden ze al vliegend. Ooit, miljoenen jaren geleden hebben ze zich aangeleerd om elk jaar weer op pad te gaan. Ze werden reisvogels, wonderbare marathon-vliegers. Dat atletisch gedrag maakt indruk. Trekvogels reizen uit het hoofd. Langs onzichtbare wegen, over lange afstanden. Knap, ze presteren iets wat mensen steeds sneller lijken te verleren: oriënteren en navigeren.
Nog knapper: reisvogels hebben weet van zaken die de gemiddelde wereldburger ontgaan. Ze overvliegen gevaarlijke grenzen. Op koers naar barre oorden waar andere tradities bestaan en vreemde talen klinken. Hun kaart is de wereldkaart. Soms zien ze iets dat maar beter geheim had kunnen blijven, we zijn benieuwd. Wat ons welkom is: hun birds eye view neemt een zekere afstandelijkheid in acht. Daarom maken die vogel-logs ons écht nieuwsgierig: vogels zijn vensters.

Hoe dat te doen, vogels volgen?

Stil zitten, stil staan en reizen, beide met zintuiglijke scherpte. Turen naar vogelringen en andere tags. Tegenwoordig traceren ervaren volgers de trekroutes via GPS. Toen en nu, telkens wordt er systematisch gekarteerd. Eenmaal ingetekend op de wereldkaart vormde zich een wolk van stippen en strepen. Relatief recent, in de jaren 1970 kreeg die langgerekte wolk een naam: de East Atlantic Flyway, een denkbeeldige snelweg die werelderfgoed Waddenzee verbindt met de Atlantisch Afrikaanse kusten, en noordwaarts met de Arctische Zee.